Malambo Women's Group
De mannen in de streek rond Monze vinden over het algemeen permanent of tijdelijk werk bij grote veeteelt- en landbouwbedrijven. Zij zijn niet altijd thuis omdat zij afhankelijk van het aanbod van seizoensarbeid vaak van het ene bedrijf naar het andere trekken. Hun loon is vaak niet voldoende om in het onderhoud van hun gezin te voorzien. Vanwege de aidsepidemie zijn velen door ziekte geveld en moet de vrouw alleen voor het gezinsinkomen zorgen. In het ergste geval overlijdt ook de vrouw en moeten de grootouders de kost verdienen voor hun kleinkinderen. Of de kinderen komen onder de hoede van een andere moeder die er vaak ook al alleen voor staat.
De vrouwen zijn voor het verwerven van inkomen over het algemeen aangewezen op het verkopen van zelf verbouwde of gefabriceerde producten. Zij verbouwen bijvoorbeeld aardappels of fruit. Of zij leggen zich toe op het naaien van babydekens, kussens, knuffels en theemutsen, en voorzien deze van fijn borduurwerk naar eigen ontwerp. Zij vlechten prachtige manden met veelkleurige, geometrische patronen. Zij produceren zowel voor de lokale als de buitenlandse markt. Deze bedrijvigheid is in tijden dat de oogst tegenvalt zelfs de enige manier om hun inkomen op peil te houden.
Thea Savory vroeg in 1992 subsidie aan bij de Nederlandse overheid om een vrouwencentrum te bouwen, waar de vrouwen bijeen konden komen om hun bedrijf uit te oefenen. Zij werkt samen met haar schoonzus Marylee Banyard en nicht Jocelyn Banyard, die de voortrekkers van dit project zijn. The Moorings Farm was zo vriendelijk de bouwgrond gratis ter beschikking van de vrouwen te stellen en ook bij de bouw goederen en diensten te schenken. De vrouwen vormden een vereniging. En zo kwam The Malambu Womens Club van de grond.
De vrouwen werkten hard in hun nieuwe bedrijfsruimte en verkochten goed. Van de winst konden de vrouwen hun eerste naaimachine kopen en zo hun productie vergroten. Door giften van verschillende organisaties in Canada was de groep in staat om twee naaimachines voor serieproductie te kopen en hun zaken nog verder uit te breiden. De vrouwen begonnen anderen vrouwen op te leiden en te helpen een eigen bedrijf op te zetten, zodat het centrum een broedplaats voor nieuwe ondernemingen werd.
De functies van het vrouwencentrum zijn echter uitgebreider dan bedrijfsruimte bieden. Toen er eenmaal een plek was waar vrouwen samen konden komen, gingen zij die ook gebruiken om met elkaar te overleggen of zich door deskundigen te laten voorlichten. Aldus werd het centrum ook een brandpunt van gemeenschapsontwikkeling.
Giften
Het vrouwencentrum ontvangt giften van tal van organisaties in Canada.
Een groep enthousiaste vrijwilligers en donateurs rond de families Savory en Banyard, Marylee en Jocelyn voorop, steunt daar het vrouwencentrum vanuit dezelfde betrokkenheid als de stichting Mwabuka.
Radio
De besprekingen die het gevolg
zijnvan deze workshops worden
vervolgens uitgezonden door radio,
de bredere regio. Ze discussiėren
overactuele vraagstukken van
zorg,zoals aids, gender
onevenwichtigheden, problemen
met successierechtendouane,
inleiding, enz.